Dahl 1927, US 1.632.822

Self Balancing Kite                                                                                                11-04-2006

(Fig. 1)

 

(Fig. 2)

 

Vanwege het bijzondere uiterlijk en de duidelijke patent tekeningen van het simpele frame van twee vierkante balkjes  stond deze vlieger van Dahl uit 1927 al een tijdje op mijn lijstje. Onlangs heb ik dit patent maar weer eens teruggezocht en de tijd genomen de beschrijving uit 1927 door te lezen. In al zijn eenvoud is het er niet aan af te zien, maar wat mij betreft is het een geniaal ontwerp! Twee lapjes stof, wat spandraadjes, vier stukjes keperband en uiteindelijk een paar aan de uiteinden ingezaagde stokjes, dat is alles. Afgezien van het tunneltje waar de dwarsligger in steekt en de paar spijkertjes die het voorzeiltje op zijn plaats houden worden alle onderdelen niet aan elkaar bevestigd, maar slechts door de spandraadjes op zijn plaats gehouden.

 

   

(Fig. 3)                                                                    (Fig. 4)

 

De enige stelmogelijkheid zit ‘m in het knoopje in het onderste spantouwtje. Dit knoopje hoort in het gat onderaan, in het gleufje van de staander (12 in fig. 6). Als er iets versteld moet worden, dan zijn er twee mogelijkheden:

-          De vlieger neigt naar linkst knoopje uit het gat halen en aan de linkerkant van het stokje doen, of

-          het knoopje aan de rechterkant van het stokje doen, als de vlieger naar rechts neigt.

 

    

(Fig. 5)                                      (Fig. 6)

 

Dat dit in praktijk nog niet voldoende is, wijt ik maar aan mijn eigen onkunde. Maar wat ik ook probeerde, de vlieger draaide elke keer weer, bij een wind van zo’n 3 tot 4 Beaufort, met een pest boogje linksom naar de grond. Gelukkig bleef alles heel, afgezien van mijn humeur. Ik heb geprobeerd het linkerdeel van het zeil meer bolling te geven, toen dit niet hielp minder. Zelfs heb ik de spijkertjes uit het voorzeiltje getrokken, maar toen werd het alleen maar nog minder. Ook de vlieghoek valt tegen. De vliegerlijn gaat met zo’n 45 graden omhoog en daar blijft het bij.

Ik stel voor: bestudeer de foto’s en geef advies!

 

(Fig. 7)

 

(Fig. 8) 

 

De maatvoering

In het patent worden zoals gebruikelijk geen maten voor de vlieger gegeven. Heel wonderlijk is het dat er wel een maat: two or three inches, gegeven wordt voor de vlieger in opgerolde toestand. De vraag was dus, hoe groot is een vlieger die in opgerolde toestand twee of drie duim dik is. Om hier niet al te lang moeilijk over te doen heb ik eerst maar eens voor 110 cm hoog gekozen. Wellicht is dit mede oorzaak dat de vlieger het niet zo goed doet als omschreven in het patent. Bij een kleine vlieger werken kleine afwijkingen in de maatvoering, zeg maar slordigheden, mogelijk veel sterker door. Op het winderige veldje kon ik echter geen grote vervormingen vaststellen. Ook niet aan de hand van de foto’s die tijdens het vliegeren gemaakt zijn. Alles dus nog maar een keer goed langslopen… lijkt mij.

 

(Fig. 9)

 

Zutphen, april 2006

Jan Westerink

 

Tekeningen: Deels overgenomen van het originele patent uit 1927 (http://nl.espacenet.com)

Foto's        : JW

terug /