Self Balancing Kite
11-04-2006
(Fig. 1)
(Fig. 2)
Vanwege
het bijzondere uiterlijk en de duidelijke patent tekeningen van het
simpele frame van twee vierkante balkjes stond deze vlieger van Dahl uit
1927 al een tijdje op mijn lijstje. Onlangs heb ik dit patent maar
weer eens teruggezocht en de tijd genomen de beschrijving uit 1927
door te lezen. In al zijn eenvoud is het er niet aan af te zien,
maar wat mij betreft is het een geniaal ontwerp! Twee lapjes stof,
wat spandraadjes, vier stukjes keperband en uiteindelijk een paar
aan de uiteinden ingezaagde stokjes, dat is alles. Afgezien van het
tunneltje waar de dwarsligger in steekt en de paar spijkertjes die
het voorzeiltje op zijn plaats houden worden alle onderdelen niet
aan elkaar bevestigd, maar slechts door de spandraadjes op zijn
plaats gehouden.
(Fig.
3)
(Fig. 4)
De
enige stelmogelijkheid zit ‘m in het knoopje in het onderste
spantouwtje. Dit knoopje hoort in het gat onderaan, in het gleufje
van de staander (12 in fig. 6). Als er iets versteld moet worden,
dan zijn er twee mogelijkheden:
-
De vlieger neigt naar linkst
knoopje uit het gat halen en aan de linkerkant van het stokje doen,
of
-
het knoopje aan de rechterkant van het stokje
doen, als de vlieger naar rechts neigt.
(Fig.
5)
(Fig. 6)
Dat
dit in praktijk nog niet voldoende is, wijt ik maar aan mijn eigen
onkunde. Maar wat ik ook probeerde, de vlieger draaide elke keer
weer, bij een wind van zo’n 3 tot 4 Beaufort, met een pest boogje
linksom naar de grond. Gelukkig bleef alles heel, afgezien van mijn
humeur. Ik heb geprobeerd het linkerdeel van het zeil meer bolling
te geven, toen dit niet hielp minder. Zelfs heb ik de spijkertjes
uit het voorzeiltje getrokken, maar toen werd het alleen maar nog
minder. Ook de vlieghoek valt tegen. De vliegerlijn gaat met zo’n 45
graden omhoog en daar blijft het bij.
Ik
stel voor: bestudeer de foto’s en geef advies!
(Fig. 7)
(Fig. 8)
De maatvoering
In
het patent worden zoals gebruikelijk geen maten voor de vlieger
gegeven. Heel wonderlijk is het dat er wel een maat: two or three
inches, gegeven wordt voor de vlieger in opgerolde toestand. De
vraag was dus, hoe groot is een vlieger die in opgerolde toestand
twee of drie duim dik is. Om hier niet al te lang moeilijk over te
doen heb ik eerst maar eens voor 110 cm hoog gekozen. Wellicht is
dit mede oorzaak dat de vlieger het niet zo goed doet als omschreven
in het patent. Bij een kleine vlieger werken kleine afwijkingen in
de maatvoering, zeg maar slordigheden, mogelijk veel sterker door.
Op het winderige veldje kon ik echter geen grote vervormingen
vaststellen. Ook niet aan de hand van de foto’s die tijdens het
vliegeren gemaakt zijn. Alles dus nog maar een keer goed langslopen…
lijkt mij.
(Fig.
9)